Hij komt niet meer

De zon schijnt vandaag. Het is warm, meer dan 25 graden. Vandaag is er geen school en het hooiseizoen is net begonnen. Je hoort her en der tractoren rijden, geroep in de verte, en nog iets verder weg klinkt de fluit van de smalspoorstoomtrein. Die boemelt om de 2 uur dwars door het gebied van plaats naar plaats. Een meeuw schreeuwt, dan weer maakt hij een geluid alsof hij je uitlacht, terwijl hij boven een weiland door de lucht glijdt. Schriek, schriek, het klinkt bijna als van een roofvogel. Roofvogels zie je hier niet veel. Ook de kleinere vogel zie je buiten de dorpen niet veel meer. Met de ruilverkaveling zijn de meeste houtwallen verdwenen en vorig jaar is er een ziekte geweest bij de meidoorn, waarbij al die struiken moesten worden gerooid en vernietigd. Een vlieg is op onderzoek. Familie van die vlieg? Je weet wel, die wreed gesneuveld is, toen hij door meisje doormidden werd gebeten. Het lijkt er wel op, want een ongebreidelde drang naar macht lijkt zichtbaar. De vlieg zit nota bene zelfs achter de bijen aan, die op zoek zijn naar nectar en stuifmeel, en van bloem naar bloem en bloesem vliegen. Iemand in de buurt zal er wel een bijenvolk op na houden. De bakker misschien? Nadat moeder aan vader heeft opgebiecht, dat de interesse van de bakker in haar toch wel erg ver ging en mijn vader bij de bakker is langs geweest, heb ik hem niet meer gezien.